Geschiedenis

Uit de oude doos.

Geschiedenis


In 1984 trokken Dirk De Temmerman en Lievia Couvreur, als vrijwilliger,  naar de Filipijnen. Na zes maanden taalschool te Manila, verhuisden ze naar de provincie Isabela in het noorden van het eiland Luzon.


De bedoeling was om samen met een team van Filipino’s een jeugdorganisatie van het bisdom op te zetten.

Dirk en Lievia vestigden zich in Gamu, een rustig dorpje van een vijfduizendtal inwoners langs de Cagayan rivier.

Na enige maanden kennismaking met de streek, de mensen, hun activiteiten en hun problemen, werd gestart met een leidingscursus voor jongeren uit Gamu en de aanpalende dorpen. Een groep van een vijftiental jongeren kwam wekelijks bijeen om zich te bekwamen in het leiden van groepen. Na enkele maanden beslisten de “leiders en leidsters” om te starten met een programma voor kinderen van 6 tot 16 jaar.

Iedere week kwamen kinderen uit de verschillende wijken van het dorp samen om te spelen, te dansen en te zingen, toneel te spelen, … kortom om er samen een aangename namiddag door te brengen.


De leiding verzorgde deze middagen en kwam wekelijks samen om het programma voor elke zondagmiddag voor te bereiden.

Naast dit voorbereiden van het programma voor kinderen, sprak de leiding ook over hun eigen specifieke problemen als 18- 25 jarige. Meer en meer jongeren wilden deze vergaderingen meemaken, niet om het programma voor kinderen te helpen voorbereiden, maar om in groep over hun problemen te kunnen praten.


Naast het programma voor kinderen, werden nu activiteiten voor oudere jeugd en jongvolwassenen georganiseerd. In een eerste stadium waren dat vooral discussies in verband met “persoonlijke”, “leeftijdsgebonden” zaken zoals: vriendschap, liefde, …maar stilaan ,vooral als het rond thema’s zoals rechtvaardigheid ging, kwam de situatie van het land ter sprake.


Uiteindelijk werd de vraag: ”Waarom zijn we eigenlijk arm?” gesteld en spoedig werd wekelijks die situatie van armoede onder de loep genomen.

Iedereen uit de groep kwam uit arme gezinnen; gezinnen waar het maandinkomen niet hoger lag dan 30 €. ; gezinnen ook die meestal geen of slechts een klein stukje grond hadden ; boeren, zonder land, die werkten op ‘t veld van anderen. Dezen leverden alleen seizoensgebonden arbeid ofwel bewerkten zij het land van iemand anders en moesten zij 1/3 van de oogst afstaan aan de eigenaar. Daarnaast moesten ze zelf alle “input” betalen: het zaaigoed, het ploegen, de insekticiden en meststoffen. Meestal moesten ze hiervoor lenen. Dit kon tegen woekerinteresten : het 5- 6 systeem. Je leent nu 5 €. en volgende maand betaal je 6 €. terug. Eén lid van de groep had zelfs een lening van 30 % interest per maand !!!! . Daarnaast kwam nog het probleem dat zowel zaaigoed, meststoffen en sproeistoffen gekocht moesten worden bij diegene van wie ze een lening kregen én dat de boeren hun produkten aan hen moesten verkopen. Konden ze niet terugbetalen op de afgesproken termijn, dan werd hun waterbuffel, hun huis, hun stukje grond of zelfs hun zoon of dochter aangeslagen. De zoon of dochter moest dan als slaaf werken tot de schuld betaald was en hij of zij terug naar huis kon. Samen werd gezocht hoe deze problemen konden aangepakt worden.

De meeste jongeren droomden van naar school gaan en studeerden met behoorlijk grote tussenpauzes aan de middelbare school. Een trimester studeren, twee trimesters werken was bij velen de regelmaat.


Om de studies te kunnen betalen startte de groep van leiding met het kweken van varkens. Iedere jongere kreeg een biggetje ; voeders werden zelf gemengd en verspreid, en na 5 maanden was het varken groot genoeg om verkocht te worden. De aankoopprijs van de big en de kosten voor de voeders werden betaald aan de groep, een deel van de winst ging in een gezamenlijk fonds en de rest diende om het studiegeld te betalen.

Samen met de jongeren waren de ouders ook heel enthousiast. Ze besloten om geregeld samen te komen en ook zo’n programma op te starten. En inderdaad na enkele maanden hadden de ouders een project voor kippen- en varkenskweek.

Nu en dan vergaderden de jongeren en ouders samen om ervaringen uit te wisselen. Stilaan groeide een sterke band tussen de twee verschillende groepen en ze besloten om samen te smelten.


De Payoga zoals die nu bestaat was geboren. PA(parents)YO(youth)GA(Gamu), Payoga, de ouders en jongeren van Gamu.

Nu werd samen gezocht naar oplossingen voor de dagdagelijkse problemen.


Hieruit ontstonden de verschillende programma’s van de organisatie.


Dirk en Lievia keerden in 1993 definitief terug naar België , maar de Payoga leeft voort, meer dan ooit!!!


Sinds 1984:

  • Van jeugdorganisatie : 1984-1985
  • Naar volksorganisatie : Payoga : 1986
  • En coöperatie: Kapatagan : 1992
  • Naar Sociale Onderneming : Payoga-Kapatagan :2012